woensdag 26 mei 2021

Het doosje ......

 

Niet zo heel lang geleden waren de meeste mensen niet erg rijk. Maar wat elk gezin wel bezat, was een klein doosje, gewikkeld in een mooi geborduurd kleedje. Ieder had zijn of haar kostbare doosje van de eigen ouders gekregen toen ze het huis uit trokken om hun eigen weg te gaan. Ieder gezin bewaarde het eigen doosje op eigen wijze. Sommigen bewaarden dat in een schilderij, met bol glas en een vergulde rand; anderen onder een stolp, of in een soort tabernakeltje, of op een speciaal plekje in de kast.

Dat doosje betekende veel voor die mensen. Als ze er maar even naar keken, konden ze dikwijls weer vooruit met dingen die toch eigenlijk heel moeilijk voor hen waren. Het gaf hun kracht. Er ging iets van uit.

Kinderen vroegen wel eens wat er in dat doosje zat. Daar werden die mensen verlegen van, want eigenlijk wisten ze dat zelf ook niet precies, of liever gezegd, ze konden het niet zo goed onder woorden brengen. Je moest er maar niet teveel naar vragen. Het was iets heel bijzonders, want ze hadden het van hun ouders gekregen. En die weer van hun ouders, het gaf hun een gevoel van verbondenheid met die oude betrouwbare voorouders. Het gaf hun het gevoel dat ze niet alles in hun leven zelf hoefden te doen.

De dag moest een keer komen dat iemand zijn nieuwsgierigheid niet kon bedwingen. Dat zat er gewoon een keer in. Hij wilde nu toch wel eens weten wat er in dat doosje zat. Een beetje zenuwachtig maakte hij het open. En toen... hij brulde van het lachen. Het was leeg! Had hij het niet gedacht! Wat voel ik me bedonderd! Een waardeloos doosje en helemaal leeg!

Als een lopend vuurtje ging dat rond. Eerst gefluisterd, maar al gauw openlijk en brutaal, van het ene gezin naar het andere: ieders dierbare doosje is leeg! Gewoon leeg. De ouderen ontkenden het heftig. Ze wisten het zeker: er zat een kostbare steen in; nee, een bijzondere spreuk, zei een ander; korrels goud ... graan .... iets levends ... Zo iets had ieder zich altijd voorgesteld.

De kinderen daagden hun ouders uit ook hun doosje open te maken. Lieten deze mensen zich daar eindelijk toe overhalen, dan moesten ze het wel toegeven: inderdaad, ook hun doosje was leeg ... waardeloos! Dat kwam hard aan. Hoe was het mogelijk? Velen waren daar helemaal kapot van: waren ze dan altijd voor de gek gehouden?

Sommigen konden er toch niet toe besluiten het doosje maar weg te gooien. Ze verstopten het in een donker hoekje van de kast als een dierbare herinnering. Maar het werkte niet meer als vroeger. De jonge generatie vond zichzelf erg goed: die grote leugen van die ouderen hadden ze toch maar ontmaskerd!

Toch ging het van toen af niet beter met die mensen; integendeel, er kwam een grote leegte in hun leven. De eerste jaren deden ze driftig pogingen om die leegte met van alles te vullen: met kennis en wetenschap en congressen met luxe en rijkdom, met liefde en sex, sport en spel, ontspanning en toerisme, televisie en computer, cursussen over nieuwe spiritualiteit. Maar steeds sneller en vaker bekroop hen de eenzaamheid, de leegte, en daar wisten zij geen raad mee.

Als ze voor dingen kwamen die een beetje moeilijk waren, hadden ze niets om op te vertrouwen, om zich aan op te trekken en door te zetten. De een na de ander knapte af. Zo gingen de mooiste huwelijken kapot en raakten de mensen steeds meer in moeilijkheden. Ze voelden zich dikwijls ongelukkig. Oud en jong, want de ouderen hadden niets meer om aan de jongeren door te geven.

Ten einde raad gingen ze naar een wijze mens die zijn rust had weten de bewaren. Ze vertelden hem hoe leeg ze zich voelden en hoe wanhopig hen dat maakte. En wat moesten ze nog aan hun kinderen meegeven, nu ze zelf niets meer hadden? Want vroeger waren ze bedonderd, voor de gek gehouden met een doosje waar niets in zat.

De wijze mens zij: "Wisten jullie dan niet dat het doosje leeg was? Dat moet toch wel, want het is bedoeld als relatiegeschenk, om door te geven, om te denken aan Hem die de vervulling is van ons bestaan. In ieder mens heeft Hij de ruimte, een leegte geschapen voor zichzelf. Je hart zal onrustig blijven totdat het rust in Hem. Als je leegte, je leven, vervuld raakt van Hem, zal het ook geen leeg leven zijn, geen waardeloos, maar een waardevol leeg doosje dat je aan je kinderen doorgeeft. Het lege doosje herinnert ons aan de ruimte die Hij in ieder van ons wil innemen. Want wat als ieders doosje gevuld was met een kostbaar ding? Dan zouden mensen denken dat ze precies wisten hoe Hij eruit zag. Dan zou er een grote strijd komen. Want de één zegt: "Hij is een edelsteen." En de ander zegt: "Nee, Hij is als zuiver water." En weer een ander zegt: "Welnee, Hij is als prachtige bloemen." In werkelijkheid is Hij dit alles en tegelijk meer dan dat alles. Hij wekt in ieder van ons een diep verlangen en in die leegte zal Hij ons vervullen. Zo is Hij"

Toen gingen de mensen weer naar huis en de ouderen zochten hun doosje weer op en gaven het met veel zorg door aan hun kinderen.


(Uit: Samen leren geloven, W. Saris)


maandag 24 mei 2021

Waarom zou je nog naar de kerk gaan?

Dat is een vraag die me nog steeds regelmatig gesteld wordt. Vaak door mensen die al jaren niet meer gaan. Blijkbaar zit het hun ergens toch niet helemaal lekker. Meestal schieten ze gelijk in de verdediging. Je krijgt dan opmerkingen te horen als: de kerk heeft het er zelf naar gemaakt. Of: de kerk heeft zolang het misbruikschandaal onder de tafel proberen te schuiven. Of: door steeds maar conservatieve bisschoppen te benoemen is de kerk vervreemd van de gelovigen. Of: hadden ze het latijn maar niet moeten afschaffen. Of: wij hebben jaren een waardeloze pastoor gehad. U hebt er geen idee van hoe inventief mensen zijn in het bedenken van redenen om niet meer naar de kerk te gaan. Want er zijn nog veel en veel meer excuses te bedenken. En nu ben ik de laatste om te ontkennen dat er grote fouten gemaakt zijn in het verleden en misschien nog wel. Maar is dat een reden om de kerk de rug toe te keren? Want we moeten niet vergeten: dé kerk zijn niet enkel de bisschoppen en de pastoors, dé kerk zijn de gelovige mensen die samen willen komen rond Gods woord. En het is vanzelfsprekend dat dit niet altijd even inspirerend is. Je kunt het niet iedereen constant naar de zin maken.

Toen ik jong was, en dat is inmiddels al weer heel wat jaren terug, was het nog het gebruik dat de meeste mensen iedere week trouw de kerk bezochten. Maar jonge mensen hadden, ook toen al, niet altijd zin. Ze begonnen steeds meer weg te blijven. Dat gebeurde mij ook. Maar ik had toch het gevoel dat ik iets miste. Toen dacht ik bij mezelf: Wat vind ik nu eigenlijk in die kerk? En dat bleek heel verschillend te zijn. Soms werd ik geraakt door een lezing, soms door een stukje uit een preek. Het kon ook de tekst van een lied zijn of de sfeer van het gebouw. Kortom er was altijd wel iets dat mij aansprak. Sinds die tijd ben ik weer een trouw kerkganger geworden.  Kerk ben je niet alleen. Mensen die niet meer gaan zeggen me wel eens: Maar ik geloof wel hoor. En ik kan thuis ook bidden. Daar heb ik die kerk niet voor nodig. En dat betwijfel ik juist. Natuurlijk kun je thuis bidden. En het is ook goed als je dat doet. Maar of je de kerk dan kunt missen betwijfel ik. Ik zeg wel eens: geloof kun je vergelijken met een plant. Als je een plant niet verzorgt en regelmatig voeding en water en aandacht geeft, gaat hij onherroepelijk dood. Zo is het ook met geloof. Ook dat moet je regelmatig voeden. En voor mij voed je dat geloof het beste door regelmatig samen te vieren. Door samen met anderen te luisteren naar Gods woord. Door samen met anderen te vieren in een dienst van woord, gebed en communie. Dan voed je je geloof en blijft het een levend een onmisbaar deel van je leven.

p. Gerard Remmers, kapucijn.


dinsdag 11 mei 2021

Samen het Rozenhoedje bidden ...



Samen het Rozenhoedje bidden in de Kloosterkerk

De meimaand is van oudsher de Mariamaand. Voor velen van ons heeft Maria een bijzondere betekenis. Een betekenis als moeder maar ook haar persoonlijke kwaliteit ‘een luisterend oor’ is voor mensen belangrijk. Zij wordt ook wel de moeder der moeders genoemd. In het leven van velen neemt zij een grote plaats in. Nog altijd bidden velen het Rozenhoedje. Mensen bezoeken een Mariakapel of een kerk, steken een kaarsje op en bidden of zoeken troost. Zeker in deze Coronatijd!  Bidden kan rust geven. Bij verdriet en vreugde kun je uiting geven aan je gevoelens.                                                                                                             

In het pastoraat gaat het om nabijheid. En juist dat is nog steeds lastig in Coronatijd. Het is daarom een extra uitdaging u in onze Kloosterkerk te kunnen ontvangen. Een gastvrouw of gastheer zal u begeleiden naar een plaats in onze kerk. In deze tijd is het goed samen te komen, en met afstand samen te bidden. 

Want toch levert deze tijd ook iets moois op. Mensen in onze parochie proberen er met elkaar het beste van te maken. Ze doen hun best elkaar te ontmoeten en te bemoedigen. Zo kan er saamhorigheid groeien want we hebben elkaar nodig! Laten we mekaar niet uit het oog verliezen. Omzien naar elkaar is zeker in deze tijd van groot belang!                                                                                                                                                                                                     

Daarom is er zaterdagmorgen 15 mei 9.30 uur in onze Kloosterkerk gelegenheid voor een moment van rust en van bezinning.  We bidden we samen een Rozenhoedje. Een mooi moment om het weekend te beginnen. Er is gelegenheid om een kaarsje op te steken. Ieder heeft zijn of haar eigen intenties.

Onze trouwe organist dhr. Jan van der Hulst zal enkele mooie Maria liederen ten gehore brengen. Zeer de moeite waard om naar te luisteren.  

Voorganger is Annemiek Wijnker Hoedjes. 9.15 uur is de kerk open.  

Weet u van harte welkom!  We hopen dat u, dat jij ook komt.                                                                                                         

Tot ziens op zaterdag 15 mei in de Kloosterkerk.

Hartelijke groeten,  

Hans van Eck en Annemiek Wijnker Hoedjes.