Hoe meer men verenigd is met de naaste, hoe meer men met God verenigd is. Opdat u dit woord begrijpen kunt, zal ik u een beeld geven van de vaderen: Stel je een cirkel voor op aarde getekend, dat wil zeggen een lijn in het rond die met een passer is getrokken, en daarin een centrum. Men noemt precies het midden van de cirkel, het centrum. Let op wat ik u nu ga zeggen. Stel je voor dat de wereld deze cirkel is, het centrum is God. De lijnen naar het middelpunt zijn de verschillende manieren waarop mensen leven. Als degenen die dichterbij God willen komen, naar het midden van de cirkel lopen, komen ze dichterbij elkaar en tegelijkertijd dichter bij God. Hoe dichter ze bij God komen, des te dichter komen ze bij elkaar. En hoe dichter ze bij elkaar komen, des te dichter komen ze bij God.
En jullie begrijpen dat dit ook in omgekeerde richting geldt, wanneer men zich van God afkeert om meer naar de buitenkant te gaan. Het is dan duidelijk dat, hoe meer men zich van God verwijdert, hoe verder men van elkaar verwijderd is en hoe meer men zich van de anderen verwijdert, hoe meer men zich van God verwijdert.
Dat is de natuur van de liefde. In de mate waarin wij ons aan de buitenkant bevinden en God niet liefhebben, in diezelfde mate is er een afstand tussen ieder van ons en onze naaste. Maar als we van God houden, hoe dichter we bij Hem komen uit liefde voor Hem, in die mate nemen we ook deel aan de liefde voor onze naaste; en we zijn evenveel met de naaste verenigd, als we dat met God zijn.
Dorotheus van Gaza, monnik in Palestina rond het jaar 500.
(bron: Evangelizo)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten