De boekenboer(in)

Nog niet zo lang geleden waren boeken een kostbaar bezit. Bij een heel aantal mensen stond een volledige encyclopedie in de kast, soms per deel aangeschaft vanwege de hoge kosten. Inmiddels is dat al grotendeels achterhaald door de komst van het internet. Ook lezen mensen steeds vaker vanaf een e-reader, waarop duizenden boeken gezet kunnen worden. Zelf houd ik nog wel van een echt boek in m’n hand en tijdens mijn vakantie had ik ook weer lekker de tijd om te lezen.

Mensen aarzelen vaak om boeken weg te gooien. Dat heb ik zelf ook. Het liefst breng ik ze dan naar een kringloopwinkel. Leuk zijn ook die stalletjes die mensen aan huis hebben, waar je boeken kunt ruilen, kopen of zomaar meenemen.

Zo kwam ik tijdens mijn vakantie op de fiets langs een kasteel in de Achterhoek. Bij het bankje met uitzicht op het kasteel, stond ook een kist met boeken om gratis mee te nemen. Ik kon het natuurlijk niet laten en heb er even in gesnuffeld. Op Terschelling bracht ik een bezoekje aan de ‘Boekenboer’, een leuke tweedehands boekwinkel in een oude boerderij. De vrouw die de winkel runt, heeft het van haar vader (de boekenboer) overgenomen en is dus nu de boekenboerin. Voor één euro had ik weer een leuk leesboek.

Ik liep tijdens mijn vakantie ook een leuk boekje tegen het lijf met joodse vertellingen. Het zijn korte verhaaltjes met een kwinkslag om over na te denken. Ik geef u er eentje mee:

God is geen dief

De Romeinse keizer zei eens tegen Rabban Gamaliël: “Jullie God is een dief, want er staat in het scheppingsverhaal: 

‘Toen liet God de Heer de mens in een diepe slaap vallen;
en terwijl hij sliep, nam Hij een van zijn ribben weg
en zette er vlees voor in de plaats.
Daarna vormde God de Heer uit de rib
die Hij bij de mens had weggenomen,
een vrouw, en bracht haar naar de mens.’

Toen sprak de dochter van de keizer tot Rabban Gamaliël: ‘Laat hem aan mij over, ik zal hem wel antwoord geven.’ 

Vervolgens vroeg ze haar vader, een hoofdman bevel te geven haar naar huis te begeleiden. ‘Waar heb je die dan voor nodig?’ vroeg de keizer. Ze antwoordde: ‘Er zijn dieven bij ons in huis gekomen verleden nacht. Ze hebben een zilveren kruik gestolen en in plaats daarvan een gouden kruik gebracht.’

‘Och,’ zei de keizer, ‘zulke dieven mogen wel dagelijks bij ons komen!’

‘Precies!’ antwoordde zijn dochter. ‘Ging Adam er dan niet op vooruit toen een van zijn ribben werd weggenomen en hem daarvoor in de plaats een vrouw geschonken werd?’ 

Pastoor Tilma