Net als wij had Jezus voorouders. Er zijn mannen en vrouwen die hem zijn voorgegaan, waar hij uit voortkomt. Jezus was de zoon van Jozef, van Maria, van Eli, van Matat en dat zijn nog maar de eersten. Al zijn voorvaders en -moeders hadden eigenschappen, goede en slechte. Ze hadden dromen en geloof, en ze werden gevormd door het leven dat ze leidden. Hun eigenschappen kwaliteiten en geloof gaven ze door, van generatie op generatie. Zo zijn ze verbonden met elkaar en met ons.
De mensen van voorbij
De mensen van voorbij
wij noemen ze hier samen. De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen. Zo vlinderen zij binnen
in woorden en in zinnen en zijn wij even bij elkaar aan ’t einde van het jaar.
De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
Ze zijn met ons verweven
In liefde, in verhalen,
Die wij zo graag herhalen,
In bloemengeuren, in een lied Dat opklinkt uit verdriet.
De mensen van voorbij
Zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen. De mensen van voorbij
zijn in het licht, zijn vrij.
(van Hanna Lam)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten