Wij worden, zowel als gemeenschap als persoonlijk eveneens opgeroepen ons op bepaalde momenten terug te trekken in een diepere stilte en alleen-zijn met God. Alleen met hem, niet met je boeken, gedachten en herinneringen, maar volkomen ontdaan van alles, liefdevol in Zijn tegenwoordigheid te vertoeven stil, leeg, verwachtingsvol en zonder emoties. We kunnen God niet vinden in lawaai en geagiteerdheid. De natuur: de bomen, de bloemen en het gras, groeien in stilte. De sterren, de maan en de zon bewegen in stilte. Wat wij zeggen is niet belangrijk, maar wat God tot ons zegt en wat Hij anderen door middel van ons vertelt wel. Hij luistert in stilte naar ons; Hij spreekt in stilte tot onze ziel. In stilte wordt ons het voorrecht geschonken te moeten luisteren naar zijn stem:
Stilte van onze ogen,
Stilte van onze oren,
Stilte van onze mond,
Stilte van onze geest,
... in de stilte van ons hart
spreekt God.
(Uit: Geen groter liefde, Heilige [moeder] Teresa van Calcutta)